Krantenartikel van meester Bart

Kranten artikel uit 2016
newspaper
Voor de klas. Meester Bart Ongering vertelt over een leerling met een grote moedervlek.

Ik ben er trots op omdat het iets stoers is

Het is maandagmiddag, het is een graad of dertig en ik loop richting het fietsenhok om mijn fiets te pakken. Op het schoolplein zie ik Nadia die aan een picknicktafel aan haar economie zit te werken. Naast haar boeken ligt het schrift dat ik vaker op haar tafel zie liggen. Regelmatig laat ze mij uit haar werk lezen. Ik besluit even tegenover haar te gaan zitten. “Waarover schrijf je vandaag?”
“Ik schrijf dat ik trots ben op mijn moedervlekken, ze zijn als een soort or mii. Zoals u twee tattoos op uw armen heeft, heb ik moedervlekken over mijn hele lichaam. Op de basisschool werd ik er mee gepest. Het was alsof kinderen niet voorbij mijn moedervlekken naar mij konden kijken om het goede te zien. Gelukkig is dat allang weg, al heb ik het idee dat er nu om de verkeerde redenen naar mij gelachen wordt.”

“Hoe bedoel je dat? “Nou, mijn vriendinnen zeggen me dat jongens naar me kijken omdat ze me knap vinden. Ik weet dat ik niet de lelijkste ben, maar toch. Liever word ik mooi gevonden om mijn persoonlijkheid. Bovendien, ik weet nog niet of ik nou op jongens of juist op meisjes val.

“Je bent nu vijftien, zestien? Je hebt nog alle tijd om dat uit te vinden. En op beide vallen, dat mag ook.”

“Ik ben zestien, meester. Toen ik in de eerste zat, had ik een vriendinnetje op een andere school. We hebben veel gelachen en gehuild, maar vooral genoten van de band die we hadden. Ze had echt alles voor mij over. Ze zou mijn hart zo kunnen stelen en dus heb ik mijn hart maar aan haar gegeven. Wanneer ik huilde, zei ze me altijd dat ze mijn tranen zou bewaren. Maar toch ging het uit. Die tranen heeft ze teruggegeven. Ik heb er nog lang om gehuild.”

“Mooie dingen zijn op hun mooist voordat ze stukgaan.”

In de derde had ik met een jongen van school. Hij was dol op mijn sproeten en moedervlekken. Soms pakte hij mijn oogpotlood en trok hij lijntjes tussen mijn moedervlekken. Mijn lichaam was als een kleurplaat voor hem maar wel eentje waarmee hij heel voorzichtig was.”

“Samenzijn kan werkelijk mooi zijn, al moet je eerst liefde voor jezelf vinden voordat je op zoek gaat naar geluk met een een ander”
“Ik blijf nog even met mezelf.” Een tevreden lach verschijnt op haar gezicht.
Ik groet haar en loop weg, ze doet haar oortje weer in en staart even voordat ze met haar economie verder gaat. Ik pak mijn fiets uit de stalling en kijk nog één keer het schoolplein over. Trots denk ik aan het mooie verhaal dat Nadia me liet lezen. Met een grote lach op mijn gezicht fiets ik het schoolplein af de nazomer in en denk aan de sproeten op mijn gezicht die ik als kind nog had.

Start typing and press Enter to search